(18-10-2000) Een groot deel van de maanden september en oktober staat hier in de directe omgeving in het teken van ‘appels plukken'. En dat zijn er niet weinig. Zo heeft de oude boer dit jaar 380 ton appels geplukt en onze buurman tig ton meer. Imposante getallen, die wellicht niets zeggen. Maar een ding is zeker: het zijn er veel, verdomd veel.
Het plukken vergt nogal wat menskracht, want die appeltjes (vooral ‘Golden' en dan nog een aantal ‘pommes rouges') moeten met een mensenhand worden geplukt. De maanden ervoor zoekt men dus driftig naar tijdelijke arbeidskrachten die een week of zes, zeven vijf dagen per week, acht uur per dag willen plukken. Dat dat niet eenvoudig is, bleek toen Yoland in de maand augustus bij de buren langswipte om te informeren of hun telefoon ook niet meer functioneerde sinds een forse blikseminslag. Behalve dat duidelijk werd dat hun telefoon het gewoon nog deed, bleek dat de buurvrouw bij het het horen van een auto (tja, Yoland gaat hier met de auto naar de buren) had gehoopt dat er zich een plukker kwam melden.. Helaas. Yoland deed natuurlijk joviaal het aanbod om te zijner tijd te komen helpen en ik herinnerde haar hier fijntjes aan toen de appelpluk begon. Dus: buurvrouw bellen en het aanbod herhalen. Ze wees dit echter vriendelijk af: het was niet nodig, want ze hadden inmiddels voldoende (een stuk of dertig) plukkers. Daarnaast was het zwaar werk, terwijl wij het zelf toch al zo druk hadden? Einde verhaal.
Zo leek het. Totdat de buurvrouw begin oktober belde met de vraag of wij ‘voor de gezelligheid' nog steeds appels wilden plukken. De laatste dagen van de pluk waren aangebroken en we waren welkom, wanneer het ons uitkwam. Dus stonden we de volgende ochtend iets na negenen voor haar neus (en die van een stuk of 18 andere plukkers). De rest was al sinds acht uur ‘s ochtends aan de slag. Snel de appelmand om, een korte instructie over welke appels te plukken, welke laten hangen en welke op de grond gooien en aan het werk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten