dinsdag 30 november 2010

De dagen die niet voorbij willen

(02/02/2008) Net begonnen en wat gaat ie geven deze dag? De dagen zijn redelijk leeg. Deels door de tijd van het jaar en voor de rest door het zo compleet veranderde leven en m.n. het vormloze vooruitzicht. Zelfs het slepende geregel (ik noemde het inmiddels nabestaanden-pesterij) kan dat gevoel niet wegnemen.

Het opstaan is een crime, de dag gaat bijna altijd wel, maar de avond is een regelrechte ramp. Soms heb ik het animo om te lezen, ik kijk het nieuws en de eindeloze herhaling van Law & Order het uur ervoor, vaak hou ik me een paar uur onledig met ontspanningsactiviteiten, maar er is niks waarvoor ik in de loop van de dag denk: “Ha, dat doen we vanavond!” Geen enthousiasmerende bezigheid. De kranten trekken me niet aan, opruimen stuit me tegen de borst, ik hik nu alweer een paar weken tegen het heropstarten van onze activiteiten aan, waarbij het opnieuw in de lucht brengen van de website een van de eerste dingen zou zijn. Leuk toch? Nee dus!

Het is allemaal zo helemaal niks en zo zijn inmiddels al ruim drie maanden voorbijgegaan. De tuin, de nieuwe stek, het poten van eikels, kastanjes, noten … aanleiding en ideeën genoeg, maar niet de fut, niet het interesse in de uitvoering. Het zal mijn tijd wel duren, mijn reet roesten, dat ongeïnteresseerde moet er van af!! Het leven is waard om geleefd te worden en niet om achter je aan te slepen als een loden last.

Nu kan ik me wel achter mijn hulp verschuilen, maar hij is het niet, die het doen moet, maar ik. Hij is er alleen om het makkelijker te maken, me minder snel achter uitstel te verbergen en de dingen te doen, die in je eentje wel kunnen maar met z’n tweeën beter, veiliger, makkelijker gaan. Zijn aanwezigheid is een reden om op te staan, een drijfveer om aan de slag te gaan en misschien ook een uitnodiging om er weer wat van te maken. Dat is tenminste de bedoeling. Het is als sporten om af te vallen. Als het gewichtsverlies de enige drijfveer is, redt je het niet. Je moet het sporten zelf leuk gaan vinden en dan komt de rest vanzelf. Ik moet het leven weer gaan waarderen en ik ga d’r echt geen jaar op zitten wachten voordat dat gebeurd! Nou ja, dat kan ik dan wel willen, maar in dit tempo is dat jaar zo voorbij.

zondag 28 november 2010

Nog steeds vakantiegevoel

(21-06-2000) Na al die maanden die we inmiddels op ons domeintje vertoeven, na al het werk dat we (Echt wel!!) hebben verricht, overvalt ons nog met enige regelmaat een gevoel alsof we op vakantie zijn. Op dit moment, zo aan de vooravond van het hoogseizoen zouden we dicht in de buurt van ‘zwaar afzien' moeten zitten, maar niets is minder waar. We zijn bezig (!) van ‘s morgensvroeg tot ‘s avondslaat, maar niet op een manier die uitput. De dingen blijven leuk, zelfs de niet aflatende noodzaak om het gras te maaien.

donderdag 25 november 2010

Verloren dagen

(30/01/2008) Zo'n dag die al verloren is voordat ie is begonnen. Je opent je ogen en denkt direct: "Wegwezen hier!".

Toch moet je opstaan, de honden en katten verzorgen, jezelf niet vergeten, de dingen doen, die je je voorgenomen hebt. Maar om een uur of tig, ergens in de loop van de dag ontkom je niet aan de gedachte: "Wat doe ik hier?". Je ziet allerlei dingen om je heen, die gedaan moeten worden, maar snapt niet precies waarom. Je knijpt in je arm. Au! Dat werkt. Je kijkt om je heen: Ja, komt me bekent voor. Maar verder: Ach, wat moet ik er mee. Je draait je om en loopt weg. Waarheen? Nergens naar toe. Gewoon weg en twee passen, een kamer of een étage verder hetzelfde verhaal. Zo'n dag is het vandaag.

Geeneens een knoop in mijn maag, geen allesbepalende onrust, enkel een, een heel erg groot "Niks". Een en al leegte. Allesomvattend. Ik voel me erdoor aan de kant gedrukt en kijk, kijk in het niets. Ik kan geen kant op en heb niks om me aan te oriënteren. Ik zak neer. Het zal mijn tijd wel duren en ik wacht op de volgende dag. Nieuwe ronde, nieuwe kansen.

Er lijkt iets veranderd in de afgelopen dagen. Ik zal niet te hard roepen, 'en passent' effe afkloppen, maar de onrust lijkt voorbij, heeft z'n allesoverheersende plek ingeleverd. Waarom? Ik zou het niet weten! Effe (en hopelijk definitief) geen knoop meer in mijn maag en niet steeds het idee dat mijn hart het gaat begeven. Mooi en nu? Niks, dus. Leegte. Verlatenheid. Was dat de oorzaak van de onrust, het besef dat ik alles opnieuw moest gaan doen, opnieuw invullen, vormgeven? Ik heb niks van dat alles gedaan, dus waarom nu ineens die (relatieve) rust?

Berusting? Zal wel. Acceptatie? Ik zou wel willen, maar ik kan het me niet voorstellen. Begrip? Nooit!

Ook zonder weg te lopen, komt een dag als deze aan zijn end. Morgen zien we weer verder. Van het weekeind komt hulp deze kant op, misschien wel voor een maand of vier. Niet meer alleen, in de hoop dat ik de smaak van dingen doen weer te pakken krijg en de vrijheid om wat makkelijker weg te kunnen, mocht ik daar de behoefte toe voelen. Hoewel het vaak niet zo voelt, is het toch allemaal bedoeld om stap voor stap uit deze valkuil te geraken, waar ik onverhoeds, onvoorbereid en zeer tegen mijn zin in terecht ben gekomen.

woensdag 24 november 2010

Gras, gras, gras

(15-06-2000) Het water al enige weken onder controle, gasten in de huisjes waar je geen kind aan hebt en toch geen rust, geen tijd om de dingen te doen, die we al zolang voor ons uit schuiven. En dat alles wordt veroorzaakt door een klein, nietig plantje: gras. Geen grasmat gewend op ons dakterras in Utrecht, dat mag duidelijk zijn. De 3 hectare of zoiets die we nu zelf bij moeten houden, zullen de komende jaren op de schop gaan om het gras tot (opper-)vlakten te beperken, die op eenvoudige wijze zijn bij te houden met tractor, grasmachien en bosmaaier. Eenmaal kort valt het allemaal trouwens wel mee. Het wegwerken van het hooi kost veel moeite, omdat we daar enerzijds geen apparaten voor hebben en anderzijds er niets anders mee kunnen doen dan dumpen.

De vervelende schuine en soms best steile delen en misschien ook wel delen van het vlakke terrein zullen in de loop van de komende jaren veranderen in een zee van bloeiende planten. Liefst op bodembedekkende wijze of zou schoffelen leuk genoeg zijn om dat een voetbalveld-lang vol te houden??

We hebben ons inmiddels verdiept in snelgroeiende planten, struiken en bomen. Lavendel, brem, vlinderstruik, forsythia, rododendron, hortensia, druiven, blauwe regen en bruidsluier staan hoog op het verlanglijstje van Yoland. Het is natuurlijk allemaal weer wat ingewikkelder, dan je zou denken, met schaduw, half-schaduw, beetje zon of volle zon. Hoewel we voornamelijk de laatste categorie nodig hebben, is er ook ruimte voor de anderen. Met name voor de hortensia's en dan vooral rondom het grote huis. Yoland mag zich graag vergapen aan de immense struiken die je af en toe links en rechts ziet staat en dan vooral als ze zo prachtig, bijna lichtgevend blauw zijn.

Momenteel klampen we ons maar vast aan het gegeven dat het gras in de zomer minder hard groeit, zelfs een soort groeistop inlast. Een welhaast paradijselijke gedachte.

maandag 22 november 2010

Doen

 Eind van de ochtend naar St. Yrieix. Er lagen enkele rekeningen die allang betaald hadden moeten zijn en ik moest een afspraak maken voor de keuring van de Peugeot. Op weg naar het dorp, sorry stad het liedje ‘Think’ met Aretha Franklin uit de Blues Brothers film door de auto laten knallen. Heerlijk. Een van de weinige muzieknummers, die me, iedere keer als ik het nummer hoor, moeiteloos weet mee te slepen.

Ik had zo willen stoppen en een dansje maken. Heb me beperkt tot onverantwoorde bewegingen achter het stuur van een ruim 100 km/u rijdende auto.

Dit is leven. Dit geeft energie, beweging, voortgang, genot. Dit is de smaak van meer, de geur van extase, de kleur van intensiteit, de klank van verlangen. Dit is het gevoel van opborrelend, bruisend en spuitend leven. Dit is wat ik had, dit is wat ik wil, voor minder doe ik het niet.

zondag 21 november 2010

Sporten

(27/01/2008) Gelezen:

“Rouwen is topsport!”

Ja, “topsport”, iedere dag een triatlon, geen herstel mogelijk, steeds maar doorgaan.

Dat kan ik inmiddels beamen en dan waren de laatste 18 maanden nou ook niet bepaald een verblijf in een kuuroord ……

vrijdag 19 november 2010

1:32

Een record! Het heeft al wat ballen gekost en tot nu toe is het slechts eentje gelukt om 2 spelsessies te overleven zonder geperforeerd te zijn, maar de anderen hielden het tenminste zo'n kleine 10 minuten vol. Nu was het geintje binnen minder dan twee minuten beslecht.

Niks leuker dan achter een bal aan te rennen, er over struikelend mee te spelen, maar het hoofddoel blijft vangen en dat betekent de tanden erin zetten. Bal kapot, rolvermogen verdwenen, einde spel en een trotse maar tegelijk wat domme en verwarde blik in de ogen van de honden. Het is als bij de jacht. Achter iets aanrenen dat wegrent, daar worden ze helemaal wild van. Hebben ze het te pakken, is de lol snel voorbij en staan ze wat beteuterd te kijken en proberen met een poot het dode dier weer in beweging te brengen. Na acht jaar wil dat dubbeltje nog steeds niet vallen.

Ik dacht deze keer slim te zijn en had basketballen ipv voetballen gekocht. Ze leken me minder houvast te bieden aan de bijtgrage kaken. Dat ook bleek te kloppen maar de ballen waren anderzijds minder stevig dus de eerste beste hoektand, die houvast vond, ging ook dwars door de bal heen. Ppfffffff

Zouden er Kevlar-ballen bestaan?

woensdag 17 november 2010

Viswater

(04-06-2000) Behalve het grote meer van een zestal hectare en een drietal kleinere meertjes (en twee ertussen gelegen poeltjes), waarin het water trapgewijs naar het grote meer wordt geleid, hebben we ook aan weerszijden van het grote huis een vijver liggen. Waarschijnlijk omdat er nog niet genoeg water was op het terrein.

Wij hadden snel iets van: "Wat ons betreft mogen ze weg". Na een aantal weken/maanden hier gewoond te hebben, kregen we een probleempje met de watertoevoer naar de vijvers. Om alles simpel te houden, komt het water voor de vijvers uit het bos en legt zo'n 5-, 6-, 700 meter of misschien wel meer af in een buis alvorens voor onze deur in de vijver te kletteren. De zinken pijp, bekleed met pure teer en afgewerkt met een dikke laag asfalt papier, is in een ver verleden aangelegd. Aangetast door de tijd vallen er hier en daar gaten in de leiding. Naar wij inmiddels begrepen hebben, is dat een regelmatig voorkomend euvel. René, onze Franse steun en toeverlaat, wordt nu nog moe als hij denkt aan de gaten die hij de afgelopen jaren heeft gedicht.

Een gat in de leiding betekent heel simpel een modderpoel ergens in het bos of de wei en geen water uit onze fontein. Geen gekletter, rust! En dan blijkt dat je het mist! Je mist het geluid van stromend water, de eindeloos voort kabbelende ruis. Dus in de benen, graven om het geluid terug te laten keren en 'en passant' enige honderden vissen -goudvissen en karpertjes- van een wisse dood te redden.

Enige weken, vier pogingen, tig klemmen, asfalt, en een hele berg cement later is het gat gedicht. Het water borrelde uit de fontein met een kracht die we niet gewend waren .... nog meer geluid! Het duurde aansluitend enige weken voordat de grond om de vijvers voldoende verzadigd was en beide vijvers het vereiste niveau bereikten. En nu maar wachten op het volgende gat ......

dinsdag 16 november 2010

Breekbaar

(05/01/2008) Katrien gisteravond weer er vandoor. Weg rust, angst voor nog meer dood, half tablet onder de tong en proberen te kalmeren. Een van de vele momenten waarop ik zie hoe fragiel mijn levensevenwicht op het ogenblik is. Twee uur later en na veel gezoek (te voet, per auto) zat ze trots rechtop voor de keukendeur. Ditmaal 10 beten in haar strot en waarschijnlijk nog veel meer bloed verloren dan de vorige keer, nauwelijks veertien dagen geleden. Wat is dat, waarom ineens die ongehoorzaamheid?? Strijd om een leeg gevallen plek in de roedelhiërarchie??

Gelukkig sloeg ik niet dicht. Afbinden bij de strot is wat moeilijk maar enkele theedoeken om haar hals gewikkeld om de auto niet helemaal onder het bloed te krijgen. Dierenarts opgetrommeld en naar hem toe gereden. Volgens mij baalde hij als een stekker. Zonder verdoving werken zat er deze keer niet in. Teveel schade, te serieus en te diep.

Een groot deel van de nacht opgebleven om Katrien fatsoenlijk te zien bijkomen en de resterende uren in een stoel geslapen. Katrien heeft weinig te missen vandaag. Het zal pijn doen en ze kan nauwelijks op d'r p[oten staan. Ik hou haar ademhaling en hartslag nauwkeurig in de gaten. Hoe dit nu weer ten goede keren???

maandag 15 november 2010

Tweespalt

Stad van baksteen aan de oevers van de Garonne. Een Franse stad met Nederlandse trekjes, een Franse versie van de Amsterdamse school. Een stad bovendien met een prachtig plein (Capitool) en vele andere pleintjes en een hoop terrassen. Toulouse in november met zonnige weer en met een temperatuur van een graad of twintig waarschijnlijk niet representatief voor de tijd van het jaar, maar uitermate geschikt om die hele stadse schoonheid en de passerenden mensenmassa te genieten in al zijn nazomerse vormenrijkdom en kleurenpracht. Ik had rustig een paar dagen kunnen blijven hangen maar vond dat ik dat de honden en katten niet kon aandoen.

Een dualiteit die nooit helemaal verdwenen is. Ik hou overduidelijk van kaas èn van vlees, van jam èn van hagelslag. De jaren in Utrecht, de verknochtigheid aan Parijs, de spontane verliefheid bij de kennismaking met Rome, het is niet verloren gegaan in de overdaad aan rust en ruimte, die me van het allereerste ogenblik op deze plek heeft gegrepen en daarna nooit meer heeft losgelaten. Het is de onvermijdelijke tweespalt als je meerdere allesomvattende liefdes probeert te combineren. Ben je bij de een, mis je de ander en omgekeerd maar samenbrengen is onmogelijk. Ik zou het ook niet anders willen!! Wonen in Parijs met de dichtsbijzijnde buur op een kilometer .... Het zou afbreuk doen aan de belevening van Parijs maar ook aan de afzondering van een plek als LpM.

Het is een beetje als met eten. Ik hou erg van de klassieke èn moderne Franse keuken, kan de verleiding van een Japans bereide rauwe vis niet weerstaan, ben tot een moord in staat voor de vruchten van de Italiaanse gastronomie maar moet er bij God niet aan denken, dat me dat alles in het verloop van één maaltijd wordt geserveerd. Het genot zit 'm in het verschil, het onderscheid en niet in de verwevenheid.

zondag 14 november 2010

Gastenspectrum

(21-05-2000) "Van mensen die komen en voorbij gaan". Het heeft iets van een titel van Calvino, maar dan in werkelijkheid. Sinds enige tijd komen hier mensen aan, die een dag of een week/meerdere weken later weer vertrekken. Heel kaal gezegd is dat de kern van onze bedrijfsmatig bezigheid; Mensen zoeken, mensen komen, mensen verpozen, mensen vertrekken..... en mensen doen onderwijl natuurlijk nog veel meer.

We kunnen nog niet bogen op een jarenlange ervaring in het ontvangen van gasten, maar er zijn duidelijk al categorieën te onderscheiden. De een komt voor z'n ontspanning en heeft duidelijk eigen bezigheden, de ander komt om ons te helpen want ‘het is toch allemaal wel erg groot en veel', weer een ander komt om helemaal niets te doen, en dan zijn er nog de mensen die veel willen maar eigenlijk niet weten wat, of de mensen die ons eigenlijk alleen maar willen bezoeken, en natuurlijk ook de categorie die komt voor de omgeving en aangetrokken worden door de entourage van het domein. Alle onderlinge combinaties en overlappingen in het midden latend!

Nou is de verleiding groot om alle mensen langs te gaan en ze allemaal stuk voor stuk te bespreken. Laat die rooie oortjes maar zitten, want dat gaan we niet doen. Wat ons wel af en toe door het hoofd schiet is het ideaalbeeld van 'onze klant'. En dat is best moeilijk. Mensen die aanwezig zijn en in feite ook weer niet zijn net zo makkelijk of moeilijk als mensen die het prettig vinden om je de hele dag te zien / volgen / helpen. Bij de een denk je af en toe 'Zijn ze d'r nog?' en bij de ander heb je eerder de neiging om hem of haar voor enige dagen op pad te sturen. De een maakt nauwelijks deel uit van je leven en de ander zit er midden in.....

Zoals met alles zal het nog wel enige tijd duren voordat het beeld van de ultieme gast is uitgekristalliseerd. Bij het zoeken van deze stek heeft het ook goed twee jaar geduurd voordat we concreet konden opsommen wat we wel en wat we niet wisten te waarderen. Een aantal elementen, die we in onze gast zullen weten te waarderen, zijn wel al duidelijk, zoals bijvoorbeeld 'gezelligheid' en 'genieten'.

zaterdag 13 november 2010

Inspiratie

Het voelde goed aan, de nieuwe plek, ondanks de grote gaten in het schuurdak. Al van afstand zag ik dat het terrein rondom de gebouwen was gemaaid. Het was groener en egaler dan in juni, toen het onkruid welig tierde. Ter plekke bleek de boer ook de binnenplaats meegenomen te hebben.

Is het een binnenplaats? Het is niet ommuurd, zal het ook niet worden, maar wel aan twee kanten begrenst door gebouwen en straks komt er nog de muur van de moestuin bij en de rest is een kwestie van beplanting. Ja, het moet een soort binnenplaats worden. Een 'intieme' ruimte buiten in het verlengde van de woonruimte(n) binnen.

Het beeld, hoe het ooit moet worden, zit in grote lijnen in mijn hoofd. De afspraak ter plekke was bedoeld om de afronding te stimuleren, maar de meneer, die ik sprak, maakte meer de indruk van een tuinman dan tuin-/landschapsarchitect. Hoewel hij goed luisterde en duidelijke vragen stelde, kwam hij nauwelijks met voorstellen. Je zag geen enthousiasme, de opborrelende ideeën misten, er was veeleer terughoudendheid. Meer iemand van transpiratie dan van inspiratie, voor aanleg en onderhoud en niet voor het ontwerp, maar we geven 'm een kans.

vrijdag 12 november 2010

Vooruit tellen

(03/01/2008) 03/01, 04/01, 05/01, 06/01, ik tel dagen af maar met welk doel, in afwachting van wat??? Geen hart vol verwachting, geen onbedwingbare nieuwsgierigheid, maar de hoop op een heel basaal gevoel van rust en tevredenheid, een soort “vrede met”, acceptatie, neerleggen bij, de vorm vinden die het mogelijk maakt om verder te gaan met het leven ipv te overleven zoals ik nu al weken doe. Is het ongeduld of onwil? Geef ik de tijd niet de ruimte om de gebeurtenissen op hun plek te laten vallen of wil ik gewoon (nog) niet dat het allemaal een plekje krijgt??

donderdag 11 november 2010

De levendige natuur

(14-05-2000) Behalve dat we sinds oktober vorig jaar in een prachtig huis en dito omgeving leven, verblijven we ook op een plek waarin je weinig moeite hoeft te doen om betrokken te raken bij de dierenwereld. Je staat er letterlijk op als je niet uitkijkt. Na de wintermaanden met onze strijd tegen de muizen, mollen, duiven en ragondins (moerasbevers), die alle vier nog lang niet het onderspit hebben gedolven en dat waarschijnlijk ten eeuwige dagen zullen volhouden, hebben we inmiddels te maken met mieren, rupsen, kevers, wespen, bijen, dazen, krekels, slakken, hagedissen, padden, kikkers .......en slangen. En dan hebben we het alleen over wat we gezien hebben in ‘grote getale', met uitzondering van de slangen dan. Niet die ene fazant die parmantig over het gazon voor het herenhuis schreed of die ene haas die over het pad stoof richting de huisjes. Ook de vele, vele soorten vogels laten we maar even met rust met het voeren van hun kroost, die zo links en rechts in en om het huis in diverse nesten verstopt zit.

Nee, we hebben het gewoon maar even over wat zogezegd op zoolhoogte over de grond krioelt. De mieren -klein en groot- af en aan lopend over een alleen voor hen zichtbare, tweebaanse route. Ergens vandaan ...... ergens naar toe. En als daar toevallig een huisje tussen ligt, dan gaat het gewoon dwars door het huisje heen. Nijvere beestjes, steeds met van alles aan het slepen: aarde, bladstukjes, eitjes, dooie beestjes maar ook kruimels, suiker, hagelslag, jamresten en andere etenswaren, die ze op hun weg tegenkomen of waardoor ze worden aangetrokken.

Een ander insect verraste ons laatste toen het -in grote getale- na een uitstapje terugkeerde in onze schoorsteen. In een van de schoorstenen die ooit tot onder dakniveau zijn weggehaald. Aangekondigd door een bijna angstaanjagend, aanzwellend gezoem kwam de zwerm dichterbij. Het duurde even voordat we snapten wat gebeurde en dat terwijl we hetzelfde enige jaren geleden op een terras in Weesp hebben mogen meemaken. Snel naar boven de ramen dicht en hopen dat ze voorbij zouden trekken. Ijdele hoop. De zwerm streek neer op het dak en verdween een voor een via een nauwelijks waarneembare opening van het met leien gedekte dak. Nog even een poging gedaan om ze uit te roken, maar de koningin had duidelijk geen zin om elders kwartier te maken.

Dus, zoals een imker, die we om advies hebben gevraagd ,ons aanraadde, laten we ze rustig zitten. Misschien hebben we straks wel eigen honing; ongetwijfeld lindebloesem- en acaciahoning.

Verder zitten we buiten nooit alleen, maar worden we steeds gadegeslagen door talloze hagedissen, die nauwelijks meer schrikken van onze bewegingen. Nog een beetje brutaler en je mag wel uitkijken ,dat je ze niet vertrapt. Bij wat minder weer maken de watervlugge hagedissen plaats voor slakken. Niet van die met mooie met huisjes, maar de naakte variant in de kleuren helder bruin en vies grijs. Beestjes die het woord ‘wegschieten' niet kennen. Onverstoorbaar schuift zo'n slijmbal voort over z'n eigen snot. Zou je ze kunnen eten??

woensdag 10 november 2010

Andere aanpak

Wat moet je met een plek, waar je niks kunt doen, omdat je te ver weg woont, die woonstek bovendien maar geen koper weet te verleiden, je wel het onkruid in je toekomstige leefruimte de meter ruim ziet overschrijden, de plek niet kwijt wilt, er iets wilt doen, je niet weet wat maar wel weet dat je iets wilt doen, wilt gaan beginnen, aan den slag gaan!

In feit loop ik er sinds juni op te broeden. Verder met de septic-tanks? Kan, maar wat levert het op? Verder met slopen? Te omslachtig. De plannen nader uitwerken? Weinig aantrekkelijk zolang geen duidelijkheid bestaat omtrent de uitvoering.

Begin augustus kunnen voorkomen dat de bouwvergunningen zouden verlopen door voor beide aangevraagde èn goedgekeurde vergunningen de bouw 'als begonnen' te declareren, maar toen nog steeds geen idee, hoe ik verder wilde of kon. Ook de dakreparatie gaf niet de gewenst 'Aufschwung'. Op zo'n moment loop ik voor mijn gevoel in kringetjes, opzoek naar iets wat er moet zijn, waarvan ik zeker weet dat het er is, maar ik zie het niet.

Door die hele brei van ogenschijnlijke zinloosheid piepte ergens in oktober het idee omhoog om de zaak over een ander boeg te gooien en alvast met het terrein te beginnen ipv met de gebouwen. Ik heb het idee voorzichtig geproefd, het als jonge wijn over mijn tong laten walsen, langs het gehemelte gevleid en met kleine hoeveelheden mijn slokdarm laten afdalen. Het idee beviel me wel en afspraken gemaakt met bedrijven die zich met dat soort zaken bezig houden. Ik ben benieuwd, maar alleen het vooruitzicht, dat er weer iets opgebouwd gaat worden, brengt smaak, kleur en geur waar grauwe grijsheid leek te beklijven.

dinsdag 9 november 2010

Blauw bloed

In het geval je met je vinger op een wat ongelukkige wijze klem komt te zitten of als je er een ferme, meestal onbedoelde klap op geeft met een beetje hamer, dan kan het bloed wat daarbij vrij komt vaak geen andere kant op dan onder je nagel. Behalve dat die verplaatsing een weinig prettig gevoel is, door de druk die dat veroorzaakt, is er slechts één oplossing en dat is de nagel doorprikken. Moet je eens bij jezelf proberen ... Toch werkt het. Gaatje d'rin druk weg, maar je voorkomt daarmee niet dat je nagel de daarop volgende dagen geel, groen en vervolgens donker paarsblauw wordt.

Hetzelfde kan dus ook op wat grotere schaal gebeuren als goedbedoelende maar langs elkaar werkende verzorgenden niet dezelfde informatie hebben over je pillenlijstje en een bloedverdunner niet een tijdelijke halt wordt toegeroepen. Bij een operatie is het dan niet nodig om een paperclip te verhitten en te gebruiken om het ingesloten bloed een vrije doorgang te geven. Die doorgang was er, tien centimeter groot en hoewel voorzien van een aantal prachtige siersteken, drong het bloed een dag langer dan de bedoeling tussen de steken door naar buiten. Gelukkig maar. Desondanks ziet mijn linkerkant net onder het sleutelbeen nu uit alsof iemand zich erop uitgeleefd heeft met een voorhamer: Geel, groen en bovenal blauw. Niemand neemt me dit ooit nog af: Ik heb blauw bloed (!) ...... als het onderhuids gestold is.

maandag 8 november 2010

Daken

Soms krijg je ongewild achteraf een bevestiging, schouderklopje voor beslissingen, waar je op het moment van het doorhakken van de knoop weinig meer zekerheden had dan wat vage voorgevoelens. Zo ook bij mijn toekomstige plek toen ik bijna twee jaar geleden besloot om maar niks te doen met de offerte om het dak van het woonhuis alvast in de gewenste staat te laten brengen. Behalve dat de offerte me veel te globaal was en bovendien te laag leek voor wat allemaal moest en moet gebeuren, zag ik me niet in staat om de werkzaamheden in goede banen te leiden met ongeveer 200 km tussen woon- en werkplek. Kortom geen vertrouwen in de aannemer, maar dat vnl. ingegeven door het simpele gebrek aan gezamelijke ervaring.

Na het bezoek in juni dit jaar en de constatering van stormschade aan de daken, heb ik echter vlot doorgegrepen. Dezelfde meneer een offerte laten maken, daar verder niet moeilijk over gedaan; ondertekend, een cheque voor de aanbetaling bijgevoegd en ... nu ruim drie maanden en de nodige telefoontjes later is er nog steeds niks gebeurd. De secretaresse of wat ze ook is, die steeds de telefoon opneemt en belooft het haar baas te zeggen, die dan onmiddelijke zal terugbellen -wat tot op heden niet gebeurd is-, vraagt bij wijze van excuus steeds of ik er een termijn bij afgesproken heb en of het wel urgent is....

Schade aan het dak. Nee, dat is niet urgent. Een paar vierkante meter pannen weg. Niks mis mee, lekker luchtig. Laat maar gerust binnen regenen. Kan geen kwaad. En natuurlijk over 2 jaar is ook goed.

Wat voor idee hebben die lui? Binnen een paar weken op een offerte moeten reageren. Bij accoord direct aanbetalen en als tegenprestatie alleen voldaan achteroverleunen??? Meneer snapt duidelijk niet dat hij op deze manier de rest van de noodzakelijke werkzaamheden op zijn (bier-)buik kan schrijven en straks terecht achterover kan leunen, omdat hij geen werk meer heeft.

Substantiële vooruitgang

Is nieuw altijd beter?

Vooraf is me weinig verteld en zelf had ik geen vragen. Waarom ook, mijn batterij had z'n beste tijd gehad en moest vervangen worden net als zo'n jaar of vijf geleden is gebeurd. En dan moet het hele ding eruit, waarbij qua vorm of kleur niks valt te kiezen. Het enige wat me interesseerde was het formaat. Hadden de ontwikkelingen voor een kleiner, platter, minder irritant formaat gezorgd? Nee, helaas was de vooruitgang op dat gebied niet het noemen waard. Wel werd me met enige trots verteld, dat de batterijen waren verbeterd waardoor de levensduur er enorm op vooruit is gegaan. "Bij gelijkblijvende belasting" werd er fijntjes aan toegevoegd.

Eenmaal in het ziekenhuis verviel ik van de ene verbazing in de andere, waarbij positieve en negatieve effecten elkaar een beetje afwisselden. De ingreep zou onder lokale verdoving plaats vinden. Op zich prettig dat je niet opgezadeld wordt met alle ellende van een algehele narcose, maar het is toch wel prettig om dat iets eerder te horen dan net voordat je de operatieruimte ingeschoven wordt. Ff omschakelen, maar hup.

Het nadeel van een plaatselijke verdoving is, dat je alles voelt, dus ook het verdoven en dat was nu net het minst prettige moment van de 3-kwartier, dat ze over me heen hebben gehangen en hebben zitten trekken, duwen en hechten.

Bij het hechten de volgende wat mindere verrassing. Er bleek onduidelijkheid te bestaan over mijn medicijngebruik, waardoor een van de bloedverdunners niet tijdelijk gestopt was met een hoop tandengeknars van de chirurg tot gevolg en de mededeling dat dit weleens wat langer kon gaan duren. Niet het hechten maar mijn aanwezigheid in het ziekenhuis...

Terug op de kamer de volgende verrassing. Een vertegenwoordiger van de medische apparatuur, die ook bij de operatie aanwezig was geweest, kwam me persoonlijk vertellen wat voor bijzonder technisch hoogstandje ze in mijn lijf gepropt hadden. Een defibrillator met communicatiemogelijkheden op afstand. Ik kreeg een soort modem uitgereikt en mij werd verteld wat ik allemaal moest doen zodat mijn cardioloog dagelijks via een website de verrichtingen van mijn hart kon volgen. Klinkt prachtig, zou je zo zeggen, maar zat ik daar nou op te wachten?? Ik voelde me overvallen, was nog bezig met het knellen van het drukverband en het gewicht wat ze er net bovenop hadden gelegd. Mijn hoofd stond noch naar begrip noch naar discussie. Ik kreeg het bijbehorende kabelwerk, een adapter en bijpassende tas en net voordat de meneer verdween vertelde hij nog even dat de batterij nu wel 7 (!) jaar meeging.

Ik was door alles wat gebeurd was te aangeslagen om daar nog eens op te reageren. Zeven jaar, da's werkelijk een vooruitgang om stil van te worden vergeleken met de vorige levensduur van 5 à 6 jaar. Het duurde even, voordat ik het gevoel onder woorden kon brengen, waarmee ik de nacht inging: Ik voelde me belazerd!

zondag 7 november 2010

Het weer

(11-05-2000) In deze prachtige maar vooral toch landelijke omgeving loopt men in alles wat men doet of wil doen tegen het weer op. Of het nu de koeien zijn die al wel of niet de wei in kunnen na de winter, het snoeien van de appelbomen, het strooien van kalk en (kunst-)mest, het spuiten van bestrijdingsmiddelen of het maaien van het gras. Maar niet alleen de boeren bellen iedere dag naar het weerstation op het vliegveld van Limoges, ook als je mensen ontvangt, die een deel van hun kostbare vrije tijd hier willen doorbrengen, krijgt het weer een heel bijzondere om niet te zeggen prominente plek in de dagelijkse routine.

Wij volgen de weersvoorspellingen via onze internetprovider Wanadoo. Inmiddels weten we dat het weer van Limoges, ondanks het feit dat deze plek slechts 40 kilometer bij ons vandaan is, lang niet altijd ons weer hoeft te zijn. Gelukkig blijkt het weer hier bovendien vaak net iets beter te zijn. Minder mist, minder bewolking en dus meer zon. Verder is de ‘vier dagen vooruit’-voorspelling en dus het weer voor vijf dagen net als het weer: het kan veranderen! Wat er een beetje uit te destilleren valt zijn de tendensen en dan vooral de wijzigingen daarin. Letterlijk gezegd: welke kant gaat het op!

Na prachtige wintermaanden (november, januari en februari) met een waterige dip in december, hebben we een uitstekende einde van de winter gehad. Februari/maart leek wel voorjaar met zomerse accenten. De eerste ‘korte broeken’-dagen en heerlijk buiten lunchen! In april was dat snel afgelopen. Qua temperatuur had het misschien nog wel gekund, maar de regen maakte buiten lunchen een stuk onaantrekkelijker. De maand mei heeft tot nog toe iets van beide voorafgaande perioden. Prachtige dagen worden afgesloten met hevig onweer en soms heeft de regen gewoon de overhand.

Benieuwd als we zijn, het is tenslotte ons eerste jaar hier ter plekke, vragen we steeds of het heersende weer ‘normaal’ is voor de tijd van het jaar. Dat bleek voor de prachtige wintermaanden het geval, alleen de hoeveelheid neerslag in december was aan de buitensporige kant. Met minder of de normale hoeveelheid regen zouden in de inmiddels beruchte ‘27 december’ storm minder bomen ontworteld zijn. Het goede weer in maart was helaas beter dan men hier gewend is, hoewel ze daar direct aan toevoegen dat het normaal ook best mooi weer zou zijn geweest alleen net een tikkeltje minder warm. En ondanks dat april hier te boek staat als regenmaand vond men hier dat het dit keer toch wel erg bar en boos was. Van de huidige maand mei vindt men dat de weersresultaten achterblijven bij wat men gewend is: de zomer laat op zich wachten! Kortom, het is hier al prachtig maar het had allemaal nog net wat mooier kunnen zijn.

Persoonlijk maakt ons een paar dagen regen nauwelijks iets uit. We rukken dan simpelweg een blik met klussen binnenshuis open en laten ons verrassen door het verschijnen van de zon. Voor onze gasten, die hier slechts een week of wat zijn, ligt dat echter anders. Onwillekeurig ga je mee naar de einder staren en alle tekenen ten goede interpreteren...... Maar helaas, soms gaat dat gewoon mis. Wij zorgen voor een goede verblijfplaats, hebben een prachtige omgeving te bieden, zijn vaak best gezellig en houden van lekker eten, maar het weer is in andere handen.

donderdag 4 november 2010

Kerst

(25/12/2008) De dag begon om kwart voor zeven met blaffende honden. Waarschijnlijk liep Beer een beetje te piepen, want die mag van mij met zijn trechter om z’n kop ’s nachts niet naar buiten. Ruim 3-kwartier gewacht voordat ik naar beneden ben gegaan, Beer te eten heb gegeven en Sammy gevraagd heb om z’n kop te houden. Driekwartier waarin ik merkte, dat ik enorm onrustig wakker was geworden en alle pogingen om mijn rust te hervinden weinig effect scoorden.

 Terug in bed, want ondanks een voor mijn huidige doen redelijke nachtrust, was ik nog doodmoe en wilde ik nogmaals met ontspanningsoefeningen mijn geest dwingen om mijn lichaam met rust te laten. Wederom geen resultaat, toen maar een kalmeringstablet onder mijn tong gelegd en mezelf even de tijd gegund om op de werking van de chemicaliën te wachten. Half negen kon ik de dag enigszins rustig tegemoet treden. De wandeling met de honden deed, zoals altijd goed. Na de wandeling mezelf vrij gegeven, de krant gelezen, een poging ondernomen om me over Yoland’s spullen te buigen en snel daarmee gestopt. Moeders even aan de telefoon gehad, mijzelf op enige Kir Royals getrakteerd en daarbij aangestoten met Yoland. De rest van de dag de rondslingerende oude kranten doorgewerkt, boudin blanc met appeltjes gegeten en geprobeerd een begin te maken met het boek Grimmig Heden van Piet de Moor. Niet het makkelijkste geschrift om de smaak van het lezen weer te pakken te krijgen.

 Eind van de middag weer lekker naar buiten met de honden. Ik probeer ze wat meer in het gareel te krijgen. Het kennelverblijf in de laatste weken heeft hun gehoorzaamheid geen goed gedaan. Aansluitend met Gerard aan de telefoon gehangen. Een trouwe ondersteuner, helaas was het weer eens mis met de telefoonlijn. Morgen, want 2e Kerstdag kennen ze hier niet, achter France Telecom aan.

 Tegen half acht, kijkend naar een Kerstfilm en luisterend naar de muziek van Charles Aznavour welde de onrust weer onstuitbaar op in mijn lijf. Het ging heftig tekeer en hoewel ik het geprobeerd heb met ontspanning was het duidelijk dat chemicaliën eraan te pas moesten komen en een uur later nog een dosis. Het is inmiddels na tienen en de interne rust is enigszins weergekeerd. De Kerst? De muziek? De gedacht om met Yoland’s spullen aan de slag te gaan? De financiële rompslomp? De medicatie van vanochtend uitgewerkt? Eén ding is zeker als de onrust, bijna paniek me zo onvoorspelbaar blijft overvallen, dan kom ik er niet met ontspanningsoefeningen alleen.

woensdag 3 november 2010

Hondenbezoek

(10-05-2000) Uitpuffen van het overvolle weekeinde met de Familie M. zat er niet in. De volgende familie, een deel van de neven en nichten van de kant van Yoland’s vader, kwam aan op de dag dat de M.’s vertrokken. Gelukkig een wat kleiner gezelschap.

Behalve een wandeling rond het meer (‘rondje meer’), een potje rikken en een biljart-strijd tussen twee neven en twee aangetrouwden -vertegenwoordigers van ‘de kouwe kant’-, hebben we de dagen vooral etend en borrelend doorgebracht. Tijdens een van die borrels bleken twee honden over het terrein te zwerven. De honden, niet vies van een beetje aandacht doken gelijk midden in de kring. Allebei nog goed nat, waarschijnlijk van een duik in het meer, leek het hen een goed idee om zich daar midden in ons kringetje eens goed droog te rammelen..... Dit begrijpelijkerwijs niet geheel tot genoegen van de rest het gezelschap.

In een poging de beesten terug te voeren naar de plek waar ze ons terrein waren opgekomen, ben ik met ze aan de wandel gegaan. Aan het eind van het meer, na veel gooien van stokken, die steevast door de jongste van het stel werden teruggebracht, en een paar minder vriendelijke woorden verdwenen de honden in het bos. Voordat ik echter goed en wel terug was bij de borreltafel stoven de honden links en rechts voorbij om zich wederom bij het gezelschap te voegen en een fikse portie aandacht op te eisen.

De jongste van het gezelschap begreep gaande het borreluur dat ze niet voor eeuwig welkom waren en verdween, de ander achterlatend. Het was aandoenlijk om tijdens het koken de hond voor de keukendeur te zien liggen en het werd helemaal moeilijk toen zij later op de avond voor de achterdeur zat te janken. Gelukkig -en ook weer niet- waren ze de volgende ochtend allebei verdwenen.

Ondanks of misschien wel dankzij dit intermezzo hebben de neven en nichten Clarijs het idee opgevat om van dit verblijf op Le Petit Masvieux een jaarlijks terugkerend evenement te maken.

dinsdag 2 november 2010

De defi

 Een vriendelijk manusje-van-alles duwt mijn bed van de afdeling naar de operatiezaal in de kelders. Voor het vertrek van de afdeling is door een van de verpleegsters iets aan mijn glucose-infuus toegevoegd. Opweg naar beneden gaan eerst de geluiden en daarna de beelden op in een kaleidoscopische brei, waarna alles verdwijnt in een aangename zwarte diepte. Ik zal dus nooit weten hoe het allemaal precies verloopt. Of ik nou het loodje leg of een uur of wat later weer op aarde terugkeer, op weg naar het operatie-blok ga ik 'out'.

 Of ze mijn elektronische levensverzekering vervangen, me in stukken snijden of de operatie-staf zich in een orgie stort waar de oude Romeinen het schaamrood van op de kaken gekregen zouden hebben, ik merk er niks van. Het is het enige moment, waarop ik geen last heb van mijn aanwezigheid in het ziekenhuis. Zo snel als ik weer bij mijn positieven ben, wil ik nog maar één ding en dat is: weg! Het slechte eten, de uitzonderlijk beroerde bedden en de betuttelende bemoeizucht van het verzorgende personeel is alleen te verdragen als je echt te beroerd bent om het te registreren.

 Het is niet de eerste keer, dat deze ingreep plaats vindt, maar één ding is anders. Met het vervangen van deze defibrillator verdwijnt een van de laatste heftige ervaringen uit mijn leven, die ik gedeeld heb met Yoland. Hiermee wordt weer een stukje afgesloten en opgeruimd. Zo maken de oude stukjes één voor één plaats voor nieuwe ruimte en verdwijnt wat geweest is voorgoed naar de eeuwige jachtvelden van de herinnering.

De familie M.

(08-05-2000) Vrijwel direct na onze aankomst in oktober 1999 kregen we te maken met leden van de familie M., die bezig waren met het organiseren van hun drie-jaarlijkse familie-reünie. De familie M. bleek zo’n dikke honderd jaar eigenaar van Le Petit Masvieux -toen Masvieux- te zijn geweest. Begin jaren vijftig hebben ze het verkocht en sindsdien heeft de herinnering aan ‘het buiten’ bij menigeen bijna mythische vormen aangenomen.

In eerste instantie was de vraag of ze een schuur of hangaar konden gebruiken. Nadat wij onze bereidwilligheid hadden getoond en het organiserende comité voor een maaltijd hadden uitgenodigd, werden ze wat brutaler en kwam de vraag op tafel of ze niet in huis zouden kunnen feesten. Een van de organisatoren was architect en begon meteen rond te stappen en een tafelplan te maken voor ongeveer honderd mensen. Na enige aarzeling zijn we akkoord gegaan met hun voorstel en probeerden we ons voor te stellen wat ons in het eerste weekeinde van mei 2000 te wachten zou staan.

Het grootste deel van de benedenverdieping moest ontruimd om plaats te maken voor de gehuurde tafels, stoelen en banken. Om een uur of vijf ‘s zaterdags zouden de eerste familieleden arriveren. Om half vijf kreeg de voorbereidende club langzaam greep op de zaak. De tafels werden gedekt, de projectiezaal ingericht en de eerste schalen, voor wat een picknick binnenshuis zou worden, verschenen op tafel.

Het werd een zeer geanimeerd weekeinde waarin vele herinneringen werden opgehaald en uitgewisseld, de mensen waren allemaal erg vrolijk en soms ook danig ontroerd op zoek naar hun herinneringen uit voorbije jaren. Voor de ouderen was het vaak de eerste keer sinds ruim veertig jaar dat ze terug waren op de plek waar ze hadden gewoond of in ieder geval hun vakanties hadden doorgebracht. De groep jonger dan veertig kende ‘Masvieux’ waarschijnlijk alleen van de verhalen en foto’s die ze op de voorafgaande reünies zullen hebben gezien en op zaterdagavond werden gepresenteerd via een PC-montage.

Zondagmiddag was iedereen aanwezig en bleek de architect zijn werk goed gedaan te hebben. Voor iedereen was plaats. De dag en het feest werd dansend en zingend afgesloten. Een heerlijk enthousiaste club mensen.

maandag 1 november 2010

Dilemma, maar niet heus

 Gelegen in een veel te warme omgeving om lekker te slapen, luister ik naar het tikken, piepen, blieben en zoemen om me heen. De activiteit op de afdeling concentreert zich steeds duidelijker in de hoek waar de nachtploeg rondhangt als er niks te doen is. Geen moment is het er stil. Constant hoor ik stemmen. Wat hebben mensen elkaar te vertellen, als ze op een manier als deze, in werkverband steeds weer bij elkaar zitten. Zinnig kan het nauwelijks zijn.

 De wisseling van de wacht is al geweest, dus in principe geen storing meer vannacht. Het zal vroeg dag zijn morgen. Uren voor de feitelijke ingreep al bezig met de voorbereidingen. Ik doe het allemaal heel netjes, maar als je er wat langer bij stil staat en over nadenkt, is een lach moeilijk te onder drukken. Douchen met desinfecterende zeep en daarna nog uren wachten voordat je eindelijk aan de beurt bent .... het zou slechter kunnen, maar volgens mij is het effect voornamelijk psychologisch.

 Ik ben rustiger dan in het weekeinde, maar het blijft me fascineren, dat ik enerzijds vind, dat ik de mogelijkheid niet moet ontkennen en anderzijds vind dat ik me er niet mee bezig moet houden om het lot niet te tarten. Ik ben daar de vorige keer in 2005 volgens mij heel anders mee omgegaan, hoewel ik me van 2001, toen het ding werd geplaatst, herinner dat ik danig uit het veld geslagen was. Veel meer dan door de hartaanval een paar weken ervoor. Toch is het pas sinds het overlijden van Yoland dat de dood zich definitief definitief heeft genesteld in mijn leven, in mijn gedachten en zoals nu, af en toe komt kijken bij wat ik doe.

Onder het mes

 Wanneer het precies begonnen is, kan ik niet zeggen. Het is er de afgelopen  dagen in geslopen. Een aarzeling links, een overpeinzing rechts en vandaag ineens plompverloren de gedacht "Heeft dat nog wel zin?". Gezocht naar een iPod Nano van de 5de Generatie en bezig met het afhandelen van de bestelling, was het net alsof iemand op mijn schouder tikte en zei "Waarom zou je? Misschien heb je het ding helemaal niet meer nodig!"

 Het liefst had ik trouwens een Nano van de 4e generatie gevonden, precies zo eentje als ik al heb. Ik wil het ding tenslotte voor de muziek en niet als dictafoon of fotocamera gebruiken. Maar in elk geval niet een van die nieuwe, kleine touchscreen vierkantjes, waar Apple de 6e versie in gepropt heeft. Kleiner is niet altijd fijner.

 Ik schrok van mezelf, maar heb toen toch de e-mail met de betalingsgegevens aan de kant gelegd. Klopt tenslotte, het kan donderdag ook nog of het hoeft dan niet meer. Ik ben ineens ook heel opruimerig; wil het huis schoon hebben, de administratie op orde. Ik kijk intenser om me heen en onwillekeurig dringt iedere keer de vraag zich op of ik de dingen terug zal zien of het met deze laatste blik zal moeten doen. Het heeft iets melancholisch.

 Ja, waarom zou het mis gaan... Ik zou niet weten, weet wel dat het kan. De ingreep stelt niet zo heel veel voor. Het zijn tenslotte 'alleen de batterijen' die worden verwisseld. Maar ik ga wel helemaal onder zeil en dan is het toch steeds weer afwachten of je gewekt wordt door een knorrige stem, die nog snel alles op orde wil hebben voor de wisseling van de wacht of dat je ...... nou ja, vul maar in afhankelijk van je voorstellingsvermogen of - behoefte: het grote niets, een hoop wit met roze en iets met vleugels of een gezellige, wat groot uitgevallen open haard. Doe mij gewoon maar wat ik al heb. Ik hou niet zo van verandering.