Ik zal er geen gewoonte van maken, omdat deze kant van mijn spectrum toebedeeld is aan de terugblik vanuit 2008 en verder, maar soms voel ik mezelf nog steeds in dezelfde prut zitten. Dan lijkt het alsof niks vooruit gaat en ook niet wilt. Dan heb je zo'n dag als vandaag, die als een nachtkaars uitgaat, voordat hij begonnen is. Het lijf wil niet. Het hoofd zit verstopt. Mijn hart wil letterlijk en figuurlijk d'ruit. Niks heeft kleur. Niks smaakt, ook de drank niet. Het is moeilijk om op dit soort momenten duidelijk te maken, dat het zoveel beter gaat dan goed 3 jaar geleden. Toch is het zo, maar de verkeerde en helaas niet zeldzame momenten blijven er inhakken als een honkbalknuppel in een ontspannen maag.
Normaal gesproken zwijg ik dan en trek me terug. Laat de bui overwaaien, waar nodig uitrazen en kom weer te voorschijn als rust en kalmte de belofte van beter binnen het bereik van mijn vooruitzichten zet. Ik voel me dan letterlijk als een dier, opgejaagd en aangeschoten wild dat uit z'n schuilplaats komt, als het gehuil en geblaf van de honden is verdwenen. Aarzelend maar met de wil om aan de jacht te ontsnappen. Ik lik mijn wonden, ga opzoek naar water, probeer wat te eten, kijk om me heen en besluit verder te trekken in de hoop, dat in de gekozen richting me mooiere tijden wachten ipv de volgende meute honden en jagers.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten