Nu ruim een week terug op een plek waar weggaan beter aanvoelt dan terugkomen. Een week werken, wringen, dwingen, aanpassen, inhouden, verzetten, accepteren en nog wat van die afschuwelijke bezigheden, die mijn leven al een paar jaar opsieren.
Vertrokken met de wetenschap, dat ik voor het eerst sinds de dood van Yoland mijn bestaan weer redelijk op de rails had, was er de hoop dat de onvermijdelijke terugkeer niet zou leiden tot lijden op de baggerbodem van een bodemloos lijkende put. Weer mooi 's mensens krachten onderschat.
Na twee dagen balanceren op het randje van de afgrond, ging het in de aanloop naar woensdagochtend in sneltreinvaart uit de bocht. Het feitelijke resultaat is nieteens zo interessant, maar het moment, waarop je de bodem onder je uit voelt zakken en je glijvlucht begint, is zo volstrekt onwerkelijk, dat zelfs mijn fantasie kraakt en piept als ik het zou moeten verwoorden. Een soort 9/11 maar dan tussen je oren.
Het voordeel van ervaring is de zekerheid dat de val ergens eindigt, dat je aan een uitstekende punt blijft hangen of domweg op de bodem knalt. Met enige vertraging en niet geheel zonder tegenzin constateer je, dat je ondanks alles nog leeft, dat je weer van voren af aan mag beginnen aan de weg omhoog, omhoog, instinctief omhoog. Dit keer was de noodzaak om een huisje in orde te hebben op zaterdag de 'tak' die erger heeft voorkomen. Nu een weekje beleefde vriendelijkheid en daarna eens onbeschoft vloeken en tieren om de lucht te klaren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten