maandag 20 juni 2011

De Werkweek

(21-04-2001) Het idee bestond al wat langer en de eerste keer had feitelijk najaar'2000 moeten worden, maar nu is het er toch van gekomen. Dertig mensen aangeschreven waarvan wij wisten of dachten, dat ze het idee wel zouden kunnen waarderen: werken voor onderdak, eten en drank. Als iedereen gewild had, hadden we moeten loten, gelukkig/helaas was dat niet noodzakelijk. We hadden op een man/vrouw of 14 -inclusief onszelf- gerekend en hebben de klussen uiteindelijk geklaard met z'n tienen.

 Niet lang voor aankomst van de eerste werkpaarden -zoals we ze gedoopt hadden- bleken we de week van Pasen uitgekozen te hebben. Kon dat wel?? Kettingzaaggeluiden op Paaszondag?? Voor het zover was, hadden we eerst het weer nog af te wachten. Maar al ras bleek dat we uit die hoek geen problemen hoefden te verwachten. Midden in het toch erg natte voorjaar hebben we een week lang in een soms wat waterig, maar over het algemeen toch aardig zonnetje staan werken. Een paar regendruppeltjes en dito hagelkorreltjes konden het beeld niet verstoren.

 Op zaterdagmiddag druppelde iedereen ‘peu à peu' binnen. Voordat we aan tafel zaten leek het alsof het nooit anders was geweest. De lol zat er goed in en de werklust borrelde links en rechts al op.

 De volgende ochtend -Paaszondag dus- hebben we het werkprogramma besproken. In een van de vooraf verstuurde brieven was al een tipje, nou ja een behoorlijke tip van de sluier opgelicht. ‘Hout verwerken' was het thema en we hadden als taken bedacht: Zagen/knippen, slepen/branden, de kettingzaag en het klieven van het hout. We wilden alles direct ‘stook klaar' maken. We hebben van het jaar ervoor geleerd dat eenmaal netjes opgestapeld maar niet gekliefd hout makkelijk blijft liggen en dan bovendien alles behalve bruikbaar is.

 Speciaal voor de werkweek een ‘Fendeur' aangeschaft; een apparaat dat stukken boom die na het verzagen overblijven verder opsplitst in haardklare brokken. Het ding bleek niet al te duur en kon nog snel geleverd worden ook. Een dergelijke combinatie van factoren mag je eigenlijk nooit -en zeker in Frankrijk niet- voorbij laten gaan. Eenmaal op ons terrein moesten we nog een tractor regelen, waar het ding op kon worden aangesloten. De onze had wel iets hydraulisch, maar dat was niet voldoende, dachten we. De boer en vooral zijn vader dan, want die zou de tractor leveren, waren niet te beroerd om voor een week of wat een tractor af te staan.

 Het aansluiten van het ding moest natuurlijk voor het weekeinde gebeuren om bij eventuele verrassingen nog snel een oplossing te bedenken of regelen. Het werkje bleek moeilijker dan ingeschat. Wij hadden al voor wat verschillende aansluitmogelijkheden voor hydraulische machines gezorgd en met ons ieder van de andere betrokkenen ook. Thierry had een stel bij zich en ook z'n vader kwam speciaal langs met wat koppelingen.

 Twee slangen moesten aangesloten worden. Eén voor de aanvoer van de olie en de ander voor de afvoer van de olie. De ene combinatie na de andere leek echter niet te werken. Na de zoveelste verwisseling van aan- resp. afvoer en van klem- resp. schroefdraadkoppeling duurde het even iets langer voordat we constateerden dat ‘het' weer niet werkte en zagen we tot ieders verbazing beweging. Niet die flitsend snelle imitatie van een karateslag, maar het tempo was van een rups in turbo-stand. Langzaam kroop de keil naar beneden, of beter werd het ding naar beneden gedrukt. Het werkte perfect, maar toch beduidend minder spectaculair dan verwacht. Aan de ene kant viel ons een pak van het hart (minder kans op afschuwelijke ongelukken!), maar aan de andere kant kon een zekere mate van teleurstelling maar met moeite onderdrukt worden.

 Tijdens de week ontwikkelde ieder zijn/haar eigen voorkeur of specialiteit. We hadden ‘takkenwijven', zelfs van het mannelijke geslacht, die de bomen ontdeden van alles wat het werk van kettingzagen kon belemmeren. De beide kettingzagen scheurden bijna permanent in de handen van niet meer dan drie personen. Op het verbranden van het hout heeft die week menigeen z'n tanden stuk gebeten. Het betrof steeds weer de start, die veel meer moeite kostte dan men dacht. Eenmaal in de fik werd de vertraging snel ingelopen en kon de takken-en sleepafdeling de toevoer maar met moeite aan. Aan het eind van de cyclus werd in de loop van de week het splijten van het hout tot een ware kunst verheven. Het weerbarstigste hout werd keurig opgedeeld in stukken en die stukken werden in stapels gelegd die steeds rechter, strakker en op het laatst bijna waterpas uit het weiland op staken.

 Rond negenen kwamen we iedere dag in de benen en aan het eind van de middag hielden we het voor gezien. Tussen de middag hebben we diverse keren gepicknickt, maar we zijn ook op z'n Frans gaan déjeuneren. Ondanks het ‘drankje vooraf' en de wijn tijdens de maaltijd werd ‘s middags gewerkt alsof het de gewoonste zaak van de wereld was. Een week/ervaring die zeker voor herhaling vatbaar is.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten