Dat stempel kan met koeienletters over de dagen van donderdag t/m maandag heen. Nog niet zolang geleden door de straten en vooral straatjes van Toulouse gedwaald en allengs die stad een beetje in mijn hart gesloten, maar gut wat is het een dorp, als je het met Parijs vergelijkt.
Bij mijn bezoek aan Toulouse reed ik zonder één enkele aarzeling linea recta naar het centrum en kwam probleemloos onder het Capitool terecht. Nu ken ik Parijs met de auto ook iets verder dan de Periferique, maar dat mag nauwelijks naam hebben. Het lijkt me nog steeds leuk om Parijs eens zelf chaufferend te doorkruisen, maar vraag me af of ik dat mijn voituurke mag aandoen. Een auto zonder krassen of deuken is in Parijs toch eerder uitzondering dan regel.
Dus ook deze keer weer met de trein en dan overvalt je de dynamiek van die stad bij de eerste stap vanuit de trein naar het perron. De galmende geluiden van de omroepster verweven met het motorgeronk van de locomotieven, het krijsen van remmende treinen en het fluitje van de o-zo belangrijke conducteur... alles gaat op in een uitnodigend geroezemoes, dat je naar de uitgang begeleidt, waar je, hoezeer je het ook verwacht, ongekend maar aangenaam luidruchtig, druk en enthousiast meegenomen wordt in de pulserende beweging van dit Franse hart.
Trein uit, metro in. Meer is niet nodig, de omslag is gemaakt. Het eerste terras, het eerste nurkse "Bonjour" van een kelner, de eerste koffie, ongeacht het tijdstip met iets sterks en aan mij heb je geen kind meer.
Ja, genoten. En wat is daar de overtreffende trap van? Precies: Parijs!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten