De stad waar ik sinds mijn 18e alles wat me is overkomen, heb bedronken of verdronken. De stad waar ik op een stuk karton heb geslapen en op zijden lakens heb gelegen. De stad waar ik gerend heb voor een warme douche, maar ook lui in bad mijn schouders heb laten masseren, terwijl de rest van mijn lijf in de bubbels hing. De stad waar ik begrepen heb wat leven is en dat je een gelegenheid maar één keer krijgt geboden. Het is de enige plek in mijn leven, die ik nog nooit vervloekt heb, ook niet die keer, dat ik de achterlichten van de bus zag verdwijnen, waar ik eigenlijk in had moeten zitten, terug op weg naar Utrecht.
Het is een stad, die je nooit bij kunt houden, maar die jou nooit voorbij zal streven. Je treft honderden terrassen en duizenden gelegenheden aan en er is er op elk uur van de dag wel een te vinden, die je graag ontvangt. Je kunt je onderdompelen in anonieme massa's of intieme momenten beleven struinend langs kanalen, zwervend over een van de vele kerkhoven of liggend in dat ene verloren park tussen de zoveelste verzameling statige panden.
Ik zou willen kunnen zeggen, dat ik behalve met mijn moeder met iedere vrouw, die in mijn leven van belang is geweest in Parijs ben geweest, maar dat is niet zo. Ik denk wel, dat ik naar aanleiding van iedere vrouw, die in mijn leven van belang is geweest -en dan kan mijn moeder erbij op de hoop- in Parijs ben geweest. En dan ben ik minder vaak in Parijs geweest dan me lief was ... Gaat daar maar eens aan staan!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten